“Toen ik zo'n zeven maanden in dienst was bij Gilde Opleidingen, kreeg ik de vraag van de VSV-makelaar of wij een studente een kans wilden bieden, ondanks dat ze geen diploma had vanuit het middelbaar onderwijs. Ze kreeg nergens anders een kans vanwege de grote hoeveelheid in te halen stof en het leeftijdsverschil met de andere studenten. Ik dacht bij mezelf: 'Wat gaan we hiermee doen? Mag ik dit beslissen?' Maar inderdaad, we willen onderscheidend zijn in studentenzorg en persoonlijk betrokken zijn. Dus besloot ik: 'Ja, we gaan haar een kans bieden op niveau 2.'
Ik had het geluk een geweldige trajectbegeleider te hebben, echt een topper. Ik wist gewoon dat het goed zou komen met haar aan mijn zijde. Namens Gilde Opleidingen boden we de studente dus een op maat gemaakt traject aan, dat gericht was op opbouw. Langzaam hebben we haar uren uitgebreid, omdat ze ook moest wennen aan het schoolschema. Vanuit de opbouwende begeleiding wilden we ook niet meteen de lat te hoog voor deze studente leggen, maar rustig aan. En met haar in overleg steeds. ‘Kun je de volgende stap maken? Kun je extra lessen gaan volgen?’ De groep heeft haar ook heel mooi opgevangen. Dus dat verliep heel goed. Alle betrokken organisaties deelden regelmatig updates via e-mail. Telkens wanneer ze haar zagen, kregen we positieve feedback: de studente straalt wanneer ze het over school heeft en zit weer goed in haar vel.
Het zien van haar transformatie heeft me echt trots gemaakt op Gilde Opleidingen. Dit was de eerste keer dat ik oprecht trots was. We hebben haar gewoon een kans geboden, en dat was alles wat nodig was. Dat hebben we mooi gedaan. Een nieuw begin voor haar. Ik denk dat dit haar het vertrouwen heeft gegeven om weer in alles, misschien zelfs in de maatschappij, te geloven. "Ik kan weer iets.” Ook al maakt ze nu waarschijnlijk een andere keuze en blijft ze niet bij ons, ze maakt weer volledig deel uit van alles.
Ik vind het lijntje waarop we moeten lopen in de maatschappij heel dun. Soms val je er even van af. Maar het is ook belangrijk om de kans te krijgen om weer terug op dat lijntje te komen. Het deed me echt verdriet om te horen dat zoveel scholen al nee hadden gezegd. Ik dacht bij mezelf: "Hoe is dat mogelijk?" Dus besloten we dat wij die kans moesten bieden. Ik zie het eigenlijk als een morele verplichting. Als iedereen nee zegt, dan krijgt niemand meer een kans. En hoe kun je dan ooit nog opgeleid worden voor een beroep als je nooit meer een kans krijgt? Het kan iedereen overkomen, persoonlijke en privéproblemen... Maar er mag geen reden zijn om iemand uit te rangeren, vind ik.
Deze casus was natuurlijk een experiment en ik ben trots dat we het goed hebben gedaan. Zeker als nieuwe medewerker; in het begin moet je altijd wennen aan een nieuwe organisatie en dan heb je die trots nog niet. En nogmaals, dit was de eerste keer dat ik echt dacht, ‘wauw’!”